Door Mariska van Zanten Toen ik een paar jaar geleden informatie in handen kreeg over de studie Sociale en Culturele Antropologie (SCA) wist ik meteen: dat is het! Uitleggen kon ik het niet, maar het paste bij mij. Het voelde als een leuke jurk of schoenen die je aantrekt en meteen weet: die moet ik kopen, die staan mijn goed. Ik heb dan ook met veel plezier twee jaar aan de VU SCA gestudeerd. Tijdens de studie bespraken we regelmatig de vraag: “Wat is antropologie?”. Niemand had er een kort en/of eenduidig antwoord op. Inmiddels ben ik afgestudeerd antropoloog, mét een baan! Heb ik het antwoord nu gevonden?
Afgestudeerd en een baan: Hoe doe je dat?
Op dezelfde dag dat ik het resultaat van mijn afstudeerscriptie ontving, hoorde ik ook dat ik was aangenomen als project manager Internationalisering voor 12 uur per week. Afgestudeerd en een baan op één en dezelfde dag! Dat doen niet veel antropologen mij na. Niet gek dus dat mij regelmatig die andere vraag werd gesteld: “Hoe heb je dát gedaan?”. Hoewel mijn keuze voor deze studie heel bewust was, had ik niet echt meteen voor ogen wat ik ermee wilde doen als ik klaar zou zijn. Ik wist dat ik na 11 jaar tolken ander werk wilde doen, had zelf al eens een stichting opgezet voor activiteiten in Afrika en ik flirtte wat met ontwikkelingssamenwerking, maar daar wist ik eigenlijk te weinig vanaf. Tijdens de studie SCA oriënteerde ik mij zo breed mogelijk en ik ging ervan uit dat ik vanzelf zou ontdekken waar mijn antropologische interesses zouden liggen. Bepaalde onderwerpen kwamen herhaaldelijk boven: kinderen, taal, onderwijs, ethiek, doven. Onderwerpen waar ik mij ook de laatste jaren mee had bezig gehouden. De onderwerpen die te maken hadden met doven, gebarentaal en dovencultuur duwde ik weg: daar had ik na 11 jaar als tolk gebarentaal wel even genoeg van. Ik wilde het oude overboord gooien en alleen het nieuwe omarmen. Maar gaandeweg bleek het juist de kunst om het oude en nieuwe met elkaar te verbinden. Het was het begin van een proces dat leidde tot een baan na het afstuderen.
Het oude en het nieuwe verbinden
Al tijdens mijn pre-master werd ik benaderd door Kentalis International* met de vraag “Zou je voor ons een onderzoek willen doen in Kenia?”. Hoewel gevleid wist ik niet meteen of ik wel terug wilde naar de onderwerpen doven, dovencultuur, ouders en dove kinderen, want wilde ik niet juíst iets anders? Maar ik had ook veel interesse in toegepaste antropologie. Ik woog mijn rugzak met kennis en ervaringen (het oude) af tegen de kansen die een dergelijk onderzoek (het nieuwe) mij zou kunnen bieden voor de toekomst. Ik realiseerde mij dat mij een ingang werd geboden tot een organisatie die in het buitenland projecten uitvoerde op het gebied van doofheid. Een gebied waarover ik al veel kennis had en waar ik mijn nieuw verworven antropologische vaardigheden kon toepassen. En zo besloot ik hun aanbod aan te nemen en heb het met een goed resultaat afgerond: een mooi onderzoek, een diploma, een baan en het presenteren van (een deel) van mijn onderzoek op een internationaal congres over onderwijs voor doven afgelopen juli in Athene.
Wat maakt jou antropoloog?
Na mijn afstuderen kon ik dus meteen bij Kentalis International aan de slag en er volgde een kennismakingsgesprek met de afdelingsdirecteur. Hij vroeg mij: “Wat maakt jou antropoloog?”. Daar was de veel gestelde vraag weer, hoewel in een andere vorm. Mijn antwoord op dat moment was dat het een gevoel is, dat het te maken heeft met een bepaalde manier naar mensen kijken en met ze omgaan, nieuwsgierig zijn naar het leven dat mensen leven. Maar is dat het ‘juiste’ antwoord?
In dezelfde periode plaatste ik mijn artikel: ‘De tolk als tolkgebruiker: de inzet van een gebarentolk in Kenia’ op Facebook (eerder gepubliceerd in het Vakblad over Tolken gebarentaal in Nederland en in verkorte vorm te lezen op Standplaats de Wereld). En hoewel ik pas net kom kijken als antropoloog, kreeg ik van een dove vrouw de volgende reactie: “Grappig, ik ken je eigenlijk niet als tolk maar vooral als antropoloog”. Ik merkte dat ik het leuk vond dat zij mij zo zag: als antropoloog en niet als tolk. Tegelijkertijd dacht ik na over de vraag hoe het kan dat ik door deze vrouw (en door mezelf) als antropoloog wordt gedefinieerd, terwijl ik niet goed kan uitleggen wat een antropoloog is of doet. Waarom wil ik bij het groepje “antropologen” horen als ik niet eens kan omschrijven wie we, of ze, zijn?
Inmiddels geloof ik dat het ‘juiste’ antwoord op de vraag “wat is antropologie?” niet bestaat. Elke antropoloog zal iets anders antwoorden en dat maakt de vraag juist interessant en relevant. Jezelf steeds opnieuw uit te vinden, binnen en buiten de antropologie, is goed. Voor mij betekent antropoloog zijn, op dit moment, een (enorme) interesse in de individuele mens binnen diens omgeving. Ik wil weten hoe deze mens zich verhoudt tot de omgeving waarin hij of zij leeft. De opleiding SCA heeft mij woorden gegeven om te kunnen beschrijven wat ik observeer. Antropologie past goed bij het werk wat ik nu doe. Ik probeer de buitenlandse professionals met wie ik werk te te begrijpen vanuit de situatie waarin zij leven en daarop in te spelen. Ik zoek naar de overeenkomsten die we hebben als mens en de verschillen die er zijn vanuit de cultuur. Door gesprekken met vrienden en familie hierover realiseer ik mij steeds meer dat ik mensen al heel lang anders bekijk en benader dan zij meestal doen. Antropologie is al heel lang een deel van mijn ‘zijn’, alleen had het eerst geen naam en kon ik er geen woorden aan verbinden.
En dan ben je afgestudeerd…
De studie is klaar, ik ben antropoloog, maar toch voelt het ook nog als het hebben behaald van een rijbewijs. Ik moet nog kilometers maken om goed te leren rijden. Daarom wil ik mij nog veel meer verdiepen in antropologie, erover lezen, aan onderzoek meewerken of erover discussiëren. Ik mis de gesprekken met collega-antropologen, nu we elkaar niet meer dagelijks tegenkomen op de VU. Dus zoek ik regelmatig op het internet naar antropologische bijeenkomsten of conferenties. Als het lukt bezoek ik de seminars van de Anthropology of Children and Youth Network die plaatsvinden op de VU. Bij Kentalis International probeer ik samen met een collega antropologisch onderzoek te promoten als onderdeel van het werk. En zo zal ik mijn mijn leven lang blijven ontwikkelen als antropoloog. Ik ben benieuwd wat ik over 5 jaar zal zeggen als mij wordt gevraagd: “Wat is antropologie?”
Mariska van Zanten studeerde in 2003 af als Tolk Nederlandse gebarentaal. In 2013 startte zij met de master Sociale en Culturele antropologie aan de VU. Voor haar afstuderen verbleef zij 3 maanden in Kenia. In augustus 2014 is zij afgestudeerd en is momenteel werkzaam bij Kentalis International.
* Kentalis International is een organisatie die wereldwijd samenwerkt samen met professionals. Bij de projecten die zich richten op mensen met die slechthorend of doof zijn, en mensen met een taalontwikkelingsstoornis of doofblindheid, is kennisuitwisseling het uitgangspunt.
Een antropologisch etentje, 26 oktober 2015.
http://www.felixmeritis.nl/agenda/657-felix-college/