Skip to content

World Cup Mania: de Nederlandse identiteit is oranje

Foto door Abiola Lapite

Door Jethro Alons De eerste wedstrijd van Nederland tegen Denemarken keek ik bij een vriend van mij. Toen we tijdens de rust bij hem voor de deur stonden, gekleed in onze oranje shirts, toeterden veel auto’s naar ons en juichten de inzittenden ons toe, waarop wij natuurlijk vrolijk terug juichten. Wat mij opviel was dat veel automobilisten van origine geen Nederlanders waren. Als antropoloog vond ik dit heel interessant. Hoe kan het dat mensen die elkaar totaal niet kennen elkaar toejuichen wanneer “ons” elftal speelt?

Mijn tweede ervaring was op de Grote Markt in Den Haag. Hier vierde ik – en vele andere in het oranje geklede mensen – op grote wijze de overwinning op Uruguay en het behalen van de finale plaats. Na uren van juichen, zingen en het feliciteren van mij totaal onbekende mensen, is de antropoloog in mij toch weer gaan nadenken. In mijn euforie dacht ik: “Is dit het? Is hij hier te vinden? Is dit de Nederlandse identiteit?”

De laatste jaren is er een maatschappelijk debat aan de gang over het wel of niet bestaan van de Nederlandse identiteit, recentelijk ook op Standplaats Wereld (zie de eerdere berichten van mij en van Maarten Deprez). De Nederlandse identiteit zou niet bestaan. En als hij wel bestaat, dan is hij zo divers en dynamisch dat hij niet meer definieerbaar is. Maar ik denk nu dat onze nationale identiteit wel bestaat. Hij is te vinden in een spel waar 22 man tegen een bal aanschoppen.

Wanneer Nederlanders spreken over het Nederlands elftal dan spreken zij meestal van “wij”. “Wij gaan winnen” of  “wij worden kampioen”. Is het niet vreemd om van een collectieve prestatie van een land te spreken, terwijl slechts elf jongens deze prestatie leveren. Hierin is duidelijk een collectieve identiteit merkbaar wanneer wij ons zo identificeren met het Nederlands elftal.

Een belangrijke bijdrage aan deze collectieve identiteit is de kleur oranje van het Nederlandse team en de supporters. Dit is een duidelijk symbool dat ons Nederlands-zijn markeert – en recentelijk ook mensen die een affiniteit met Nederland of het Nederlands voetbal hebben. Het is een symbool dat ons uniek maakt als land, supporters en inwoners. Er zijn veel nationale teams die in bijvoorbeeld rood of blauw gehuld zijn, terwijl er maar één team is dat in oranje speelt. Dit maakt oranje heel duidelijk “onze” kleur, en maakt ons ook herkenbaar voor andere landen. De oude “typisch Nederlandse” symbolen zoals klompen, windmolens en tulpen zijn allang niet meer van toepassing op de Nederlandse identiteit. Maar oranje is nog altijd een heel actueel symbool voor Nederland en Nederlanders.

Het creëren van een nationale identiteit  door sport is geen nieuw fenomeen. De film Invictus is hiervan een mooi voorbeeld. Deze film is het waar gebeurde verhaal van Nelson Mandela in het postapartheid Zuid-Afrika die een nationale identiteit probeert te creëren. Hij gebruikt hiervoor rugby, dat als een blanke sport werd gezien, om de zwarte en blanke bevolking samen te brengen en een eenheid te creëren.

Kortom er bestaat wel degelijk de Nederlandse identiteit, of althans een aspect ervan, en deze is terug te vinden in voetbal. Wanneer we nationale identiteiten onderzoeken, is het van belang goed te kijken naar massale uitingen van nationale trots en saamhorigheid, zoals bij dit WK het geval is. Dit kan tot belangrijke inzichten leiden. En nu maar hopen dat we de finale winnen!

Jethro Alons is  student culturele antropologie aan de Vrije Universiteit. Hij schreef eerder op Standplaats Wereld over Henk en Ingrid , Apple as religion en over een gastcollege van Harvey Whitehouse. Andere berichten in de serie World Cup mania zijn geschreven door Duane Jethro vanuit Zuid-Afrika. Martijn de Koning schreef op zijn weblog over hetzelfde thema: Orange Fever: Notes on the Worldcup, football, nationalism and Deep Play in the Netherlands.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *