Skip to content

Aanmodderen met een industriële ramp in Indonesië: Lapindo

Door Freek Colombijn            Ik was met een vriend onderweg naar een interview op een fabriek waar plastic wordt gerecycled. Mijn Indonesische vriend had aangeboden me te vergezellen, wat ik in de eerste plaats heel gezellig vond, maar me ook het gemak van een eigen auto gaf. Op de heenweg kwamen we bij de plaats Sidoarjo (Oost-Java) langs een hoge wal van blokken steen versterkt met gaas van ijzerdraad. Hij vertelde dat hierachter de moddervlakte lag, die veroorzaakt was door gasboringen door het bedrijf PT Lapindo Brantas (of kortweg: Lapindo). Ik vroeg hem om op de terugweg te stoppen, zodat we even op de plaats des onheils konden kijken.

Op 28 mei 2006, nu tien jaar geleden, begon bij het terugtrekken van een boor vanuit het boorgat hete modder op te borrelen. Het borrelen werd een modderstroom die niet meer te stuiten was. Tevergeefs werd geprobeerd het gat dicht te stoppen. Op het hoogtepunt kwam, volgens Wikipedia, 180.000 kubieke meter modder per dag naar boven. De stroom verspreidde zich langzaam over dorpen en nieuwbouwwijken in de buurt; bewoners probeerden tevergeefs dammen tegen de modderstroom op te werpen om hun huizen te redden. Lusi (spreek uit als Lucy), een afkorting van Lumpur Sidoarjo (“de Modder van Sidoarjo”) verstikte langzaam al het leven in de buurt. Nu is 800 hectare land bedekt met modder, 50,000 zijn dakloos geworden en nog meer woningen worden bedreigd.

Natuurlijk ontstond na afloop discussie over de schuldvraag. Lapindo claimt dat de modderstroom in gang was gezet door een aardbeving die twee dagen eerder op 300 km afstand plaatsvond en er zijn geologen die hierin geloven. De communis opinio is echter dat de modder is opgewekt door het boren en met name door het achterwege laten van voorzorgsmaatregelen om een beginnend ongeval meteen in de kiem te kunnen smoren. Een belangrijke detail is dat Lapindo eigendom is van de Bakrie Group, een conglomeraat dat o.a. ook televisiestations bezit en toevallig was indertijd een lid van het familiebedrijf, Aburizal Bakrie, Minister van Welzijn en verantwoordelijk voor mogelijke overheidssteun aan de slachtoffers.

De Bakrie Group heeft geprobeerd Lapindo voor $ 2 te verkopen, om van mogelijke claims af te komen, maar die deal is geblokkeerd door een soort Raad van Toezicht van de Indonesische Kapitaalmarkt. Lapindo ontkent verantwoordelijkheid, maar heeft sommige huis- en grondeigenaren wel financieel geholpen, zoals Aburizal Bakrie zegt uit ‘mededogen’, en daartoe aangespoord door zijn moeder.[1] De TV zenders van de Bakrie Group deden van alles om de schuld bij natuurlijke oorzaken en niet menselijk falen te leggen. Bakrie begon ook een glossy tijdschrift, SoLusi, en kocht de regionale krant Surabaya Post op om kritische journalisten het zwijgen op te leggen. Een propagandistische televisie soap miste echter zijn doel, want het werd een manier om verschillende verhalen van slachtoffers te vertellen.

Ook mijn vriend heeft zijn huis aan Lusi verloren. Ik herinner me goed de verbijstering en ontzetting waarmee hij me voor het eerst vertelde hoe zijn huis door de modder werd verzwolgen. Voor hem heeft de ramp echter goed uitgepakt. Hij heeft een vergoeding gekregen voor zijn huis die een veelvoud was van de aankoopprijs, zodat hij elders een veel mooier huis kon kopen. Misschien wist hij, hoog opgeleid, goed de weg om een claim in te dienen. Misschien had hij het geluk dat zijn huis in een nieuwbouwwijk van een projectontwikkelaar stond, zodat hij duidelijke eigendomspapieren had (wat meestal niet het geval is bij oudere woningen) maar anderen waren minder gelukkig.

Op de terugweg van mijn interview vraag ik mijn vriend te stoppen bij de beschermende wal, zodat ik even kan kijken naar het gebied dat door Lapindo onder de modder is gespoten. Het ramptoerisme is goed georganiseerd. Er is een bewaakte parkeerplaats en precies op dat punt een trap die bezoekers over de dam helpen. Bovenop de dam is een stalletje met snoep en dranken. Ik vind het uitzicht luguber. Op het eerste gezicht lijkt het terrein op een stuk opgespoten land in Nederland waar nog gebouwd moet worden. Maar de dakbalken van een ingestort gebouw die nog net boven de modder uitsteken verraden dat dit land niet de toekomst heeft, maar dood en begraven is. Ik kan me de spookverhalen die ik hoor goed voorstellen: als je hier een portretfoto van iemand maakt, duikt op de achtergrond van de foto een vrouw op (Lusi?), die je in werkelijkheid niet kunt zien.

SANYO DIGITAL CAMERA

Een man die rondhangt bij het stalletje vertelt ons dat hij bijna tien jaar wacht op een vergoeding voor zijn huis en grond. Lapindo beweert dat het geen geld meer over heeft om hem en anderen voor de gelede schade te vergoeden. De overheid overweegt Lapindo hiervoor een lening te verstrekken, maar het idee hiervoor overheidsgeld te gebruiken stuit op maatschappelijk verzet. Eerlijk gezegd verwacht hij niet ooit nog geld van Lapindo te krijgen.

Hij legt verder uit dat er nu plannen zijn om van het gebied een toeristische attractie te maken. Ze zijn bang dat zij, de slachtoffers, zelf de attractie worden, een human zoo. Ik ben me er pijnlijk van bewust dat dit inderdaad precies is wat mij hiernaartoe heeft gedreven. Ik wil niet de moddervlakte zien, maar de slachtoffers van Lusi. Deels om mijn schuldgevoel af te kopen, neem ik van hem een DVD af over de ramp. Als ik deze later afspeel blijkt het een slim gemaakte documentaire te zijn. De opening van de film introduceert de hoofdrolspelers met op de achtergrond spannende muziek die doet denken aan de verwachting wekkende muziek bij de Vliegende Hollander in de Efteling. Ik vrees dat de man helemaal gelijk gaat krijgen: zijn misère wordt straks een bron van vermaak.

[1] De informatie uit deze alinea komt uit het artikel ‘Soap opera and muddy affairs in Indonesia’ van Judith E. Bosnak, gepubliceerd in Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde 171 (2015) 455-488.

Freek Colombijn is universitair hoofddocent bij de afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de Vrije Universiteit Amsterdam.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *