DOOR TON SALMAN
De mensen in het land demonstreren, vloeken, vechten, tieren en vieren. President Morales, reeds veertien jaar aan de macht, trad gisteren, zondag 10 november 2019, af – drie weken na een omstreden nieuwe verkiezingsoverwinning. Hij lichtte toe dat hij dat deed om verdere confrontaties tussen zijn mede- en tegenstanders te vermijden. Het zag er inderdaad lelijk uit op de Boliviaanse straten en pleinen, de afgelopen weken: leden van “het andere kamp” werden niet alleen uitgemaakt voor rotte vis, ze werden ook gemolesteerd, geslagen, er werd brand gesticht in huizen en partijbureaus. Er vielen drie doden en 200 gewonden.
Hoe kun je hierover schrijven, niet als politicoloog of als journalist, maar als antropoloog? Die overigens niet ter plekke is maar wel lokale contacten heeft en bovenop alle ontwikkelingen en gebeurtenissen zit? En van vrienden, collega’s en kennissen tegenstrijdige verslagen en interpretaties hoort? Ik probeer het, terwijl het stof nog niet is opgetrokken.
Eerst wat minimale achtergrond: Bolivia’s bijzondere bevolkingssamenstelling, met een groot aandeel inheemse Bolivianen, leidde pas in 2006 tot de eerste inheemse president: Evo Morales. Zijn programma, na decennia en zelfs eeuwen van discriminatie, exploitatie, corruptie en machtsmisbruik, werd door miljoenen verwelkomd: betere prijzen voor ’s lands grondstoffen, daardoor een ruimer overheidsbudget, een eerlijker en transparanter distributie daarvan, en investeringen in gezondheidszorg, onderwijs, infrastructuur, en werkgelegenheidsprojecten. Meer erkenning en rechten voor de inheemse bevolking. En, op papier, een economisch- en ontwikkelingsplan geïnspireerd op ecologisch gegrondveste, inheemse beelden over de balans met Moeder Aarde. Natuurlijk waren er fouten, gebroken beloftes en politiek gekonkel. Maar er was, zeker in het begin, vooral toch ook optimisme: eindelijk een beleid dat de chronische en dramatische ongelijkheden in het land trachtte te verzachten. En er zijn bemoedigende resultaten geboekt.
Maar een kruik gaat slechts te water tot ze barst. Geleidelijk verslechterden de verhoudingen tussen mede- en tegenstanders. Manipulaties door de partij van Evo Morales, de MAS, speelden een rol: machinaties, onderhandse beïnvloeding, nepotisme – maar ook de tegenstanders wisten deze orgels te bespelen. En zo ontstaat, na jaren, een sfeer van onverzoenlijkheid, van rancune, van nietsontziendheid, van steeds geslotener circuits van eigen informatievoorziening en uitsluiting van de ándere informatie. Klinkt bekend? Zoiets als rondom Trump in de Verenigde Staten van Amerika? Zoiets als rondom Erdogan in Turkije? Dit, die wederzijdse meedogenloosheid, heb ik zien en horen ontwikkelen, in Bolivia. Voor mij is het makkelijk, de nuance te bewaren. Voor mijn Boliviaanse vrienden niet. Ik benijd ze niet. En ben terughoudend met m’n interpretaties en oordelen. Nou, vooruit, ééntje dan: het juiste linkse standpunt, zeker buíten Bolivia, schijnt nu te zijn dat we de coup, de staatsgreep, moeten veroordelen. In mijn ogen was het dat echter niet. Nadat een externe commissie oordeelde dat het verkiezingsorgaan een scheve schaats had gereden (en dat betekent niét persé dat Evo Morales of de MAS dat orkestreerde, al is dat orgaan wel door de MAS geïnstalleerd), zegden instituties als de nationale politie en de strijdkrachten (die ik overigens als pacifistisch angehauchte rechtse vleugelaar van extreem links altijd wantrouw) hun vertrouwen in de MAS en in de president op. In navolging van brede, wekenlang volgehouden protesten tegen de vermoede fraude overigens. Beide instituties bleven vervolgens verre van een machts-opeising. Is dat een coup?
In Bolivia trad de president af. En ook de vicepresident deed dat, en voorzitters van de beide parlementaire huizen, en bestuurders van deelstaten, van gemeentes, de ministers en vele anderen: allemaal leden van de partij MAS die nu terugtreden. Dat velen zouden vieren, en anderen zouden treuren, was te voorzien. Dat de nachten zouden verlopen met vechtpartijen, brandstichtingen, een soort van strafexpedities, en oproepen tot burgeroorlog, was niet te voorzien, al werd het wellicht gevreesd door enkelen. In Bolivia heerst onzekerheid en angst over een vreedzaam, democratisch vervolg op de ambtsneerlegging door de president. Ik leef mee met de Bolivianen, in de huidige situatie van onzekerheid en angst.
Ton Salman is voormalig hoofd van de afdeling Sociale en Culturele Antropologie