Skip to content

‘Sorry Day’ in Australië

Door Maaike Matelski  Op 26 mei vindt in Australië de jaarlijkse Sorry Day plaats. Anders dan Anzac Day, de nationale herdenking van oorlogsslachtoffers waarvoor men landelijk een vrije dag krijgt en massaal om vijf uur ‘s ochtends bij een monument verzamelt, geniet Sorry Day relatief weinig bekendheid onder de niet-aboriginal bevolking van Australië. Sorry Day bestaat sinds 1998 en kreeg een nieuwe impuls nadat de toenmalige minister-president Kevin Rudd in 2008 publiekelijk en officieel excuses aanbood voor de decennialange praktijk om aboriginal kinderen bij hun ouders weg te halen om ze een ‘betere’ opvoeding te geven in een pleeggezin. Over deze ‘stolen generations’ wordt onder meer verslag gedaan in een rapport uit 1997 genaamd Bringing Them Home, alsmede in de op waarheid gebaseerde speelfilm Rabbit-Proof Fence.

Aan de vraag of Sorry Day een nationale vrije dag moet worden gaat een breder debat schuil over hoe om te gaan met het recente verleden waarin aboriginals, de oorspronkelijke bewoners van Australië, werden beschouwd als onderontwikkeld, tweederangs burgers, of überhaupt geen onderdeel van Australië. De zogenaamde terra nullius-claim van de Europese ‘ontdekkers’ van Australië hield in dat het land als leeg, ofwel als ongeclaimd werd beschouwd. Historicus Henry Reynolds beschijft hoe vervolgens de aboriginals, die het land al vele eeuwen bewoonden, behandeld werden als een lastige bijkomstigheid die met alle mogelijke middelen bestreden moest worden. Het aantal aboriginal slachtoffers tijdens de ‘ontdekking’ van Australië is nauwelijks na te gaan, maar moet volgens Reynolds’ schatting op zijn minst enkele duizenden tellen. Erkenning voor deze slachtoffers is naar zijn mening niet zozeer een kwestie van politieke correctheid, als wel van het rechtzetten van een historische incorrectheid, aangezien zij in de Australische geschiedenisboeken tot voor kort grotendeels afwezig waren.

Australiërs weten zich maar moeilijk houding te geven ten opzichte van dit recente verleden. De ‘white Australia policy’, waarbij openlijk gestreefd werd naar een blank Australië, werd pas in 1973 afgeschaft. Het herplaatsen van aboriginal kinderen kwam eveneens tot in de jaren zeventig voor. Ondertussen wordt in Australië een langdurige discussie gevoerd over de manier waarop de geschiedenis in schoolboeken beschreven wordt, waaronder de vraag of de ontdekking van Australië als ‘bezetting’ mag worden aangeduid. Waar een minderheid van de bevolking nog steeds geen plaats ziet voor aboriginals in de Australische maatschappij, kampt de meerderheid met een vaag collectief schuldgevoel, twijfel over de vraag of en hoe de aboriginal slachtoffers uit het verleden herdacht moeten worden, en ambivalentie ten opzichte van de huidige aboriginals, van wie velen momenteel in een sociaal slechte positie verkeren.

Naar aanleiding van beschuldigingen van alcoholisme en kindermisbruik, werd in 2007 in de Northern Territory een grootschalige campagne opgezet waarbij de aboriginal gemeenschap als geheel als ‘onverantwoordelijk’ werd weggezet. De regering nam controle over het land wat hen eerder was toegewezen, voerde vergaande restricties in op drank en pornografie, en schortte de wet ter bestrijding van rassendiscriminatie op. Tot ongenoegen van de aboriginals zelf werden de ernstige beschuldigingen van kindermisbruik niet nader onderzocht. In plaats daarvan zagen zij zich geconfronteerd met algemene, stigmatiserende restricties op grond van hun afkomst. Tot op de dag van vandaag strijden de woordvoerders van de aboriginal gemeenschappen voor gelijke behandeling, waarbij zij zich bereid tonen de sociale problematiek aan te pakken en te werken aan integratie en betere communicatie tussen de aboriginals en de rest van de Australische bevolking. Daarbij merken zij op dat, hoewel de sociale achterstand zeker ook een verantwoordelijkheid is van de gemeenschap zelf, zij lange tijd tewerk werden gesteld door Europese kolonisten die hen de toegang tot hun land ontzegden, en hen hiervoor nauwelijks, of hooguit in alcohol, uitbetaalden.

Wat is er vandaag de dag te zien van de aboriginal geschiedenis in Australië? Op veel belangrijke plaatsen staan nu borden waarop erkend wordt dat het gebouw zich bevindt op grondgebied van de oorspronkelijke bewoners van Australië. In de Australische musea is de aboriginal geschiedenis inmiddels uitgebreid te vinden. Maar in het publieke leven zijn de aboriginals maar beperkt zichtbaar. Tegenover het voormalige parlementsgebouw in de hoofdstad Canberra staat al sinds de jaren zeventig een tentencomplex, genaamd de aboriginal ambassade. Met dit vreedzaam protest willen de aboriginals aangeven dat ze zich nog steeds als gast behandeld voelen in hun eigen land. Met name maakt men zich druk over het het recht om de voor hen heilige grondgebieden op traditionele wijze te kunnen gebruiken. Omdat zij het land eeuwenlang in gebruik hadden zonder hun gebied officieel te claimen, is veel van het land hen door de Europeanen afhandig gemaakt, en krijgen zij slechts via langlopende rechtszaken weer toegang tot een klein gedeelte van hun oorspronkelijke land. Zowel in de rechtspositie, als in het tegengaan van de sociale achterstand van aboriginals is nog een lange weg te gaan.

Het beperkte animo voor de jaarlijkse Sorry Day staat symbool voor de lange en moeizame weg naar verzoening tussen de aboriginals en de rest van de Australische bevolking.

Maaike Matelski is AIO bij de SCA-afdeling.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *