Naast Bole Airport, het internationale vliegveld in Addis Abeba, is een groot terrein waar teruggekeerde migranten uit Saoedi-Arabië worden opgevangen. Sinds november 2013 zijn er zo’n 150.000 Ethiopische migranten met behulp van internationale organisaties en NGOs, zoals de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), het Internationale Rode Kruis en UNICEF, gerepatrieerd. De exodus van migranten is begonnen toen de Saoedische overheid met geweld ongedocumenteerde migranten arresteerde, na een amnestie-periode van zeven maanden, en daarbij ook doden vielen. Terwijl veel andere overheden hun burgers al voor het aflopen van de amnestie-periode hadden gerepatrieerd, besloot de Ethiopische overheid dit pas te doen toen het geweld de pan was uitgerezen. Vorige week bracht ik een bezoek aan het opvangcentrum, en sprak met een aantal Ethiopische remigranten.
Op een kaal grasveld naast een van de gebouwen dat als registratiekantoor dienst doet zat een groep mannen, de meeste twintigers maar ook een aantal ouderen. Een aantal van hen had aandachtig staan luisteren toen ik aan de medewerkers van IOM had uitgelegd waarom ik geïnteresseerd ben in de terugkeer van de remigranten. Ik vroeg hen of ze Arabisch spraken, en dat was zo. Twee van hen vertelden me dat ze ’s nachts uit Sana’a, de hoofdstad van Jemen, waren gekomen maar twee dagen eerder Saoedi-Arabië hadden verlaten. De een had twee jaar in Jeddah gewerkt en de ander anderhalf jaar in Medina. Ze hadden allebei de “desert route” gevolgd: ze waren over land naar Djibouti gereisd en hadden met de boot de oversteek naar Jemen gemaakt, waar ze illegaal de grens met Saoedi-Arabië waren overgestoken. Het was een zware tocht geweest maar ze hadden het gered. De een had bij een bedrijf in Jedda gewerkt; hij had een redelijk salaris maar het was niet genoeg om ook nog geld naar huis te sturen. De ander had in Medina gewerkt. Ze hadden in alle rust kunnen werken en leven totdat de rellen in november 2013 uitbraken, waarbij de Saoedische politie met harde hand een Ethiopisch kamp was binnen gevallen waar veel ongedocumenteerde migranten woonden. Daarna was het racisme en geweld tegen Ethiopiërs schrikbarend toegenomen. Niet alleen liepen ze gevaar opgepakt te worden door de politie, maar iedere Saoedi kon hen oppakken of mishandelen. Vanaf dat moment wilden ze niets liever dan terug naar Ethiopië. Ze hadden geluk gehad, vertelden ze: diegenen die geen verblijfsvergunning hadden werden automatisch op het vliegtuig gezet, maar migranten met een verblijfsvergunning moesten bewijzen dat ze een kafil, een sponsor, hadden. Vaak kenden ze hun sponsor niet, omdat ze hun verblijfsvergunning via via hadden gekocht, en moesten hoge bedragen betalen om aan een uitreisvisum te komen.
Op een gegeven moment zag ik een groep mensen hard naar een grote hangar rennen, en er werd me verteld dat hun bagage was aangekomen. Ze waren uitgelaten, want dit betekende dat ze eindelijk echt naar huis konden. In de hangar stond een ongelooflijke hoeveelheid koffers en grote bundels. Mensen trokken aan hun bagage, en sleepten grote koffers mee naar buiten. Ik liep met een kleine jonge vrouw mee die me vertelde dat ze het heel goed in Saoedi-Arabië had gehad, en zo snel mogelijk weer terug wilde. Waarom was ze dan terug gekomen? Ze legde uit dat ze geen visum meer had gehad, en vanuit Ethiopië weer op legale wijze naar Saoedi-Arabië wilde gaan. Voorlopig kan dat echter niet; de Ethiopische overheid heeft een algemeen verbod op migratie naar het Midden-Oosten afgekondigd.
Samen met een IOM-medewerkster liep ik naar een tent van het Rode Kruis. Er lag een jonge vrouw op een matras; ze was geestelijk in de war en vroeg God om haar te doden. Ze herhaalde continu dat ze liever wilde dat haar ouders haar dode lichaam zouden ontvangen dan dat ze hen in levende lijve onder ogen zou moeten komen, vanwege de schande die ze over hen had gebracht. Ze was waarschijnlijk verkracht en seksueel uitgebuit. Het was heel naar om te zien. Naast haar zat een jonge vrouw gekleed in een zwarte abaya, die ook psychische problemen had. Er werd een man de tent binnen gebracht, ineengedoken met een deken om zich heen. Hij wilde niet met zijn dorpsgenoten mee naar huis, omdat hij volgens eigen zeggen psychische hulp nodig had. Ze zouden alle drie naar het enige psychiatrische ziekenhuis in Addis worden gebracht, dat sinds de exodus overvol zit met psychisch gestoorde remigranten.
Een vrouw met een pasgeboren baby was naar het registratiecentrum gekomen, omdat ze geen geld had om voor haar kind te zorgen. Ze was een paar maanden geleden samen met haar man uit Saoedi-Arabië gerepatrieerd, maar hij had haar voor een andere vrouw verlaten. Ze wist niet hoe ze haar kind in leven moest houden en werd door de IOM-medewerkster naar het transit center gebracht, waar teruggekeerde migranten worden opgevangen totdat ze naar huis kunnen. Sommigen willen echter niet naar huis; ze hebben vaak geld geleend van familie of instanties om hun migratie te bekostigen en zijn niet in staat dat geld terug te betalen. Daarom blijven ze liever in Addis of proberen opnieuw naar het buitenland te migreren, met behulp van tussenpersonen en via andere routes (zoals bijvoorbeeld via Kenia).
De plotselinge remigratie van Ethiopische migranten uit Saoedi-Arabië is volop in het nieuws geweest en iedere Ethiopiër die ik spreek is er van op de hoogte. Iedereen kent de verhalen over het geweld, de uitbuiting en de mishandeling, en iedereen vindt dat er iets aan moet gebeuren. Een tijdelijk verbod op migratie naar het Midden-Oosten is volgens velen echter geen oplossing; de overheid moet er voor zorgen dat mensen in Ethiopië willen blijven, en banen creëren, vooral voor de vele jongeren die na het afronden van hun opleiding geen werk kunnen vinden. Maar het lijkt erop dat de overheid zich geen raad weet met de bevolkingsgroei, en migratie als een goede oplossing ziet voor het bevolkingsoverschot.
Marina de Regt is als Universitair Docent verbonden aan de afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de Vrije Universiteit Amsterdam. Momenteel verblijft zij voor onderzoek in Ethiopië, lees ook haar eerdere verslag op StandplaatsWereld over haar onderzoek naar meisjesmigratie.
[…] Marina de Regt is als universitair docent verbonden aan de Afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de Vrije Universiteit. Zij heeft eerder blogs over haar onderzoek in Ethiopië geschreven: Time to Look at Girls en Een Ethiopische exodus. […]