Skip to content

Femke Halsema en haar zondes

Femke HalsemaDoor Ibtissam Abaaziz , Miriyam Aouragh en Mariam El Maslouhi. Vanaf 11 mei zendt de NTR de zesdelige documentaire ‘Seks en de Zonde’ uit. Een serie van Femke Halsema en Hassnae Bouazza waarin ‘vrouwen in de islamitische wereld’ aan het woord zullen komen. Femke Halsema toont zich medestander in de strijd voor emancipatie van de islamitische vrouw. Wat de context van die strijd is en hoe vrouwen in Nederland dat op hun eigen diverse manieren interpreteren is heel belangrijk, maar daar zien we niet veel van terug in deze aflevering. Wat we vooral konden zien, is de zoveelste eenzijdige en vooringenomen blik op het thema ‘islam’. Dat is overigens niet vreemd in ons poldermedialandschap waar het traditie is om moslimvrouwen te reduceren tot wat ze al dan niet op hun hoofd dragen.

Halsema zegt in eerste instantie zinnige dingen. Zo begint ze haar relaas dat er in Nederland vooral ‘over’ moslima’s gesproken wordt, dat moslima’s zelf onzichtbaar zijn en dat zij ze daarentegen een stem wil geven. Kortom, deze witte seculiere feministische vrouw biedt wel een podium aan moslima’s. Het klinkt misschien wat maternalistisch, maar och, Rome is ook niet in één dag gebouwd. We moeten deze documentaireserie een kans geven en niet meteen in cynisme vervallen.

Als kijker – vooral Marokkaanse moslima’s om wie het allemaal toch lijkt te draaien – zijn we natuurlijk benieuwd naar de stem van ‘de’ moslima. Maar al gauw lijkt het programma daar niet over te gaan. Uiteraard komt er wel een ‘moslima’ in beeld, maar haar stem horen we nauwelijks. Het is Halsema’s stem die daar steeds –peinzend, vragend, giechelend, verdrietig, en stout- overheen walst. Het programma gaat namelijk vooral over Halsema, die al vanaf de lagere school (toe maar!) een liberale en ideologische opvatting over emancipatie had. Het gaat over Halsema’s atheïstische vrijgevochten opvoeding en, inderdaad zoals ze zelf eerlijk toegeeft, haar vooroordelen. Die worden niet ontkracht zoals verwacht. Integendeel, ze staan centraal in het programma en díe vooroordelen worden nu juist net als meetlat gebruikt om de stemmen van moslima’s in te kaderen.

Zo wordt in het interview met Fadwa (ooit thuis onderdrukt, toen weggelopen en vervolgens vrijgevochten) een poging ondernomen om een geëmancipeerde vrouw te tonen. Fadwa kreeg een hardvochtige opvoeding, droeg een hoofddoek, maar fietst nu de wind in met haar losse haren. We raken wel even de draad kwijt, want opeens is het dieptepunt in haar jeugd de broek die haar moeder voor haar gekocht had en die ze echt niet wilde dragen. Dit verhaal moet haar zware jeugd illustreren? Menig Janneke, Cindy of Ingrid kan hier toch ook over meepraten? Maar er gebeurt iets vreemds in de montage: Fadwa’s opvoeding wordt gecontrasteerd met Halsema’s opvoeding die duidelijk als meetlat dient. Hierdoor wordt een vermeende culturele clash als het ware uitvergroot. De potentiële aanknopingspunten, dwarsverbanden in tienerervaringen of seksisme komen echter niet naar voren. De vragen die ze Fadwa stelt dienen slechts als contrast en zullen uiteindelijk niet ons begrip verbreden, maar stereotypes over moslima’s bevestigen.

Er is nog iets anders gaande: de interactie en opgeklopte nostalgische herinneringen tussen moeder en dochter Halsema vergeleken met de biografie van ‘de’ moslima, draaien om twee totaal verschillende sociale klassen en historische contexten. Halsema: een witte dochter wier moeder tot de politieke elite behoorde en de tweede feministische golf heeft meegemaakt. Fadwa: een ‘allochtone’ moslimdochter van een gastarbeider die opgroeide in de tijd dat islam bashing een opmars maakte. Het ene als meetlat nemen voor het andere is onjuist en onterecht. De documentairemakers lijken zich hier totaal niet bewust van te zijn. Tijdens de aflevering wordt hierover althans nauwelijks gereflecteerd.

Enfin, het betrekken van Fadwa, als ook de vrouwen uit de Vaginamonologen heeft als doel om moslima’s een podium te bieden. Maar dat is anno 2014 niet genoeg en daarmee doorzichtig. De vrouwen zijn geselecteerd op basis van een saaie en eenzijdige notie van hoe een geëmancipeerde moslima zou moeten zijn. Femke Halsema doet daarnaast het woord voor hen, zowel letterlijk als middels framing op basis van een set van heersende ideeën over emancipatie en burgerschap waarin de dominante cultuur de leidraad is. Het meest problematische aan deze aflevering is dat het wit en westers middenklasse feminisme als uitgangspunt wordt genomen. Als moslima ben je dus pas echt vrij als je breekt met je ‘geloof’ en er het liefst ook een ‘vrije seksuele moraal’ op nahoudt. Je hoort de echo’s van Hirsi Ali en Cisca Dresselhuys in je oren suizen.

De conclusie luidt dan ook: moslima’s zijn niet vrij -niet echt, of in ieder geval nog niet. En zij die dat wel is, heeft daar een hoge prijs voor moeten betalen en representeert niet ‘de gewone’ moslima. Maar dat moslima’s bevrijd moeten worden en dat dit vooral het beste door witte ervaringsdeskundigen gedaan kan worden, staat kennelijk vast. Dat moslima’s überhaupt onzichtbaar en stemloos zijn -volgens het dogma van het programma- is wellicht het meest pijnlijke van alle blinde vlekken. Het geeft een goed beeld in wat voor een beperkte belevingswereld mensen als Halsema zich begeven; dat multiculturalisme in Nederland vooral segregatie betekent.

Als je goed luistert naar Halsema merk je al gauw wat de ironische crux is. Ze zegt ergens aan het einde dat moslima’s hier in stilte leven. Ze studeren, ze werken, ze stichten een gezin. Kortom, het zijn net mensen! Maar dat is dus ook niet goed, want zij interpreteert die ‘stilte’ als angst of introvert gedrag. En laten we wel weten; het is ook zo saai. In de komende aflevering gaat ze daarom opzoek naar dwarse vrouwen in de rest van de moslim wereld. Wij zijn in ieder geval benieuwd naar die ‘dwarse’ vrouwen. Daarom zullen we de documentairereeks niet op één aflevering afbranden. We kijken uit naar de komende afleveringen.

Dit blog verscheen eerder op de Joop.nl

Ibtissam Abaaziz (Sociologe), Miriyam Aouragh (Docent Politieke Antropologie aan Oxford University en alumna van de Afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de VU) en Mariam El Maslouhi (student Toegepaste Psychologie)

3 Comments

  1. Nynke Nynke

    Heerlijk stuk, ben benieuwd naar jullie recensie van de volgende aflevering 😉

  2. Nynke Nynke

    Had hem al gelezen, wederom interessant 🙂

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *